"Diversiteit binnen de dovengemeenschap is even groot als in de samenleving"
3 december is Internationale Dag voor Personen met een Handicap, een dag waarop inclusie en integratie centraal staat. Bij Sint-Gregorius in Gentbrugge maken ze daar elke dag werk van. Het MFC en de school voor buitengewoon onderwijs werken daarvoor nauw samen. Door de jaren hebben beide voorzieningen grote expertise opgebouwd op het vlak van ondersteuning van doven. Sara Van Leuven werkt er als psychologe en is zelf ook doof geboren in een familie met voor de rest enkel horende mensen.
“Horende ouders die een doof kind op de wereld zetten, dat is het begin van een hele zoektocht, met veel hindernissen en frustraties,” zegt Sara. “Je moet als ouder echt je weg vinden in de dovenwereld en natuurlijk botsen vooral de dove kinderen en jongeren zelf vooral op heel wat drempels. Als ouder, maar ook als broer of zus, moet je samen met je dove kind op weg. Hoe ga ik communiceren? Hoe zorg ik dat mijn zoon of dochter een geschikte school vindt, waar hij of zij zich goed voelt, maar zich ook kan ontplooien? De broers en zussen van dove kinderen zijn misschien nog wel de moeilijkst te bereiken doelgroep. Ook zij worstelen daarmee, maar worden nog vaak over het hoofd gezien. Het is allemaal behoorlijk intensief voor het hele gezin, want je leert bijvoorbeeld gebarentaal samen met je kind.”
Vlaamse Gebarentaal
Bestaat er zoiets als een dovengemeenschap? “Jazeker”, benadrukt Sara. “En die dovengemeenschap is even divers als de rest van de samenleving. Natuurlijk heb je onder doven mensen van alle kleur, stand en geaardheid. Bovendien kan ook de manier waarop wij ons uitdrukken heel erg verschillen. Sommige doven zijn vlot gebarentalig, andere communiceren ook oraal, nog anderen zijn niet doof maar slechthorend. Vaak gebruiken mensen ook een combinatie van verschillende communicatievormen. Zelfs binnen de gebarentaal is er diversiteit en zijn er dialecten. Sinds 2006 is er ook, gelukkig maar, een gemeenschappelijke standaardtaal, namelijk de Vlaamse Gebarentaal, in Vlaanderen.”
En die dovengemeenschap is ook broodnodig. “Die ‘gemeenschap’ dient niet om zich af te sluiten van de rest van de samenleving, wel integendeel. Als je volwaardig wil participeren moet je je goed bewust zijn van je eigenwaarde en daarin speelt de dovengemeenschap een ongelooflijk belangrijke rol. Door ervaringen te delen met andere ervaringsdeskundigen merk je dat je niet alleen staat, dat anderen met dezelfde drempels worstelen, maar ook dat dove mensen dezelfde dromen en ambities mogen, kunnen en moeten koesteren als om het even wie. Voor jongeren is het zeker niet vanzelfsprekend om dat gevoel van eigenwaarde op te bouwen.”
Tolkuren
Sara ziet van heel dichtbij hoe jongeren vaak botsen op drempels. “De integratie in de horende wereld is nog altijd een proces van vallen en opstaan, ook al zijn er de voorbije jaren zeker stappen vooruit gezet. Toen ik op een reguliere middelbare school zat, of later tijdens mijn hogere studies, was er een nijpend gebrek aan tolkuren. Ik moest me heel vaak zelf behelpen met notities, ik heb toen enorm veel aan zelfstudie gedaan. Dat was enorm frustrerend en vermoeiend.”
In het MFC Sint-Gregorius is ze heel actief bezig rond sociale vaardigheden. De vele ruis die er op de communicatie zit tussen doven en horenden maakt dat sociaal isolement al snel om de hoek loert. Jongeren worstelen daarmee. “Bij mij kunnen ze stoom afblazen, ventileren en antwoorden of oplossingen zoeken. We doen dat op heel verschillende manieren, afhankelijk van de leeftijd en de achtergrond van de jongeren: rollenspellen, schildertechnieken, een goed gesprek, het is allemaal mogelijk in mijn praktijk. Een vraag die veel naar boven komt, is de zoektocht naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. Ook dat loopt niet altijd van een leien dakje voor dove jongeren.”
Gebarentaal in middelbaar onderwijs
Sara probeert ook bruggen te bouwen tussen de dove en de horende wereld. “Het onderwijs kan daar een belangrijke rol in spelen. In de Verenigde Staten is gebarentaal in sommige deelstaten opgenomen in het leerplan van het middelbaar onderwijs, als keuzevak. Het zou mooi zijn als dat bij ons ook mogelijk was. Het is zeker geen makkelijke taal. Je kunt het vergelijken met Chinees leren, al kun je de basis wel makkelijker aanleren. Het is vaak ook een kwestie van logisch denken.”