Corona-virus veroorzaakt ook sociale crisis
“We hebben veel slachtoffers zien vallen tijdens de corona-crisis. Niet zozeer omdat mensen geveld waren door het virus, wel door bittere armoede en sociaal isolement. Ouders die in tijdelijke werkloosheid terecht kwamen, maar ook ouders die het al heel moeilijk hadden voor de crisis. Zij dreigden nu massaal kopje onder te gaan, en dus zijn we moeten overschakelen op noodhulp, hoewel dat onze rol eigenlijk niet is.” Dat zegt directeur Arnold Schaek van Het Open Poortje vzw, een jeugdhulporganisatie in het Antwerpse en het Waasland.
“Armoede is een thema dat we in de toekomst veel meer zullen moeten oppakken. Het thema armoedepreventie ontbreekt vaak als expliciete doelstelling, ook in uitbreidingsthema’s, terwijl daar net de oorzaak zit van veel problemen bij gezinnen. We gaan hier extra aandacht voor nodig hebben, en partnerschappen moeten zoeken met armoedeorganisaties. Mensen toeleiden naar de realisatie van hun sociale rechten, dat moet meer dan ooit één van de kernopdrachten worden voor ons.”
Het Open Poortje zag gezinnen die al bij het begin van de lockdown grote problemen hadden om in hun basisbehoeften te voorzien. Voedselbanken moesten noodgedwongen de deuren sluiten (ondertussen zijn die weer aan de slag). Deze gezinnen waren ook het grootste slachtoffer van het hamstergedrag van sommigen in het begin van de crisis. De rekken met goedkope producten waar zij doorgaans konden op terugvallen, bleken plots maagdelijk leeg. Pampers, voedsel, andere basisproducten, het was gewoonweg te duur voor hen.
IN je kot blijven was niet vanzelfsprekend in de voorbije weken. “Gezinnen hebben daar zwaar onder te lijden. Blijf maar eens in je kot als je met veel te veel mensen in een kleine woning leeft. Twee gezinnen belandden zelfs op straat, ondanks het moratorium op uithuiszettingen. We hebben gezinnen gezien die maar een maaltijd per dag op tafel konden zetten. Daarmee zijn we overgeschakeld op noodhulp, hoewel dat onze rol niet is. Maar wat moet, moet. We hebben voor meer dan €10.000 aan noodpakketten aangekocht, met voedsel, pampers, zeep en andere producten. Gelukkig kregen we daarvoor steun van externe donoren.”
Arnold verwijst ook naar andere geledingen binnen de jeugdhulp. “We stellen vast dat mensen vaak niet weten dat ze nog bepaalde rechten kunnen opnemen: rond verhoogde tegemoetkoming bijvoorbeeld. Daarmee zouden ze financieel en sociaal al grote stappen vooruit kunnen zetten. Het armoedebeleid moet echt een partnerschap aangaan met de integrale jeugdhulp. Deze crisis zou nooit tot zulke noodsituaties mogen leiden. Gezinsbegeleiding botst op zijn grenzen als armoede als thematiek niet kan meegenomen worden in een sterk politiek beleid. Het is een groep die politiek trouwens moeilijk een stem krijgt. Voor ons is dat een grote bezorgdheid. Dit lijkt ons dan ook een uitdaging voor het Vlaams Welzijnsverbond om dit op Vlaams niveau mee te bepleiten.”